Nieuwe richtlijn psychosociale ondersteuning binnen hoog-risicoberoepen
Ilana Buijssen2025-04-23T09:42:25+00:00Op 18 maart 2025 nam de Minister van Justitie en Veiligheid David van Weel de nieuwe richtlijn officieel in ontvangst. De richtlijn bouwt voort op de eerste versie uit 2010 en bevat duidelijke handvatten voor opvang, ondersteuning en herstel na ingrijpende gebeurtenissen op het werk. Formeel is de richtlijn bedoeld voor politie, brandweer en justitiële diensten, maar de inhoud is breder toepasbaar. Ook in de ggz, ziekenhuizen, onderwijs, jeugdzorg, ouderenzorg en gehandicaptenzorg krijgen professionals regelmatig te maken met ingrijpende incidenten zoals agressie en overlijden. Deze richtlijn biedt ook daar bruikbare kaders voor.
In de herziene versie ligt sterker de nadruk op multidisciplinaire samenwerking over de volle breedte: van het signaleren van klachten door collega’s of leidinggevenden, tot het actief samenwerken tussen opvangteams, vertrouwenspersonen, bedrijfsartsen, externe professionals en het thuisfront. De richtlijn beschrijft expliciet de taken en verantwoordelijkheden van relevante partijen, zoals de werkgever, de leidinggevende, de collegiaal ondersteuner en professionals. Bovendien pleit de richtlijn voor een up-to-date ‘sociale kaart’ van beschikbare zorgverleners binnen en buiten de organisatie zodat het gemakkelijker wordt de juiste hulp of ondersteuning in te schakelen.
“Ook het thuisfront krijgt aandacht: informeer naasten over mogelijke reacties na een incident en werk samen bij hersteltrajecten.”
De richtlijn geeft ook verder invulling aan het begrip goed werkgeverschap. Dat gaat niet alleen over het beleid rondom opvang en nazorg, maar ook over proactief beleid. Bijvoorbeeld: zorg voor heldere kaders rondom aangifte, voer actief beleid tegen grensoverschrijdend gedrag, bescherm medewerkers tegen schadelijke media-aandacht, geef voorlichting over online bedreigingen en doxing, en tref maatregelen voor cyberveiligheid van medewerkers. Ook het thuisfront krijgt aandacht: informeer naasten over mogelijke reacties na een incident en werk samen bij hersteltrajecten.
Voor collegiale opvangteams zijn er ook nieuwe, concrete aanbevelingen. Zo is er aandacht voor de vertrouwelijkheid van opvang: dient de leidinggevende op de hoogte te zijn van gesprekken met een opvanger? (Antwoord: liever wel, maar het moet ook mogelijk zijn om gesprekken te voeren zonder medeweten van de leidinggevende.) Ook vertelt het opvangers hoe zij dienen om te gaan met de privacy van medewerkers die zij spreken: welke informatie uit de gesprekken mogen collegiale opvangers opnemen in registratiesystemen, en wanneer komt de vertrouwelijkheid in het geding? Tot slot benadrukt de richtlijn het belang van zelfzorg van opvangers. Bijvoorbeeld door het organiseren van supervisie en intervisie om lastige casussen te bespreken of door een buddysysteem op te zetten zodat opvangers heftige verhalen en dilemma’s laagdrempelig met elkaar kunnen delen.
“De richtlijn vertelt collegiale opvangers hoe om te gaan met de privacy van medewerkers die zij spreken.”
Al met al biedt de nieuwe richtlijn nog meer praktische en actuele kaders om goed voor medewerkers te zorgen na ingrijpende gebeurtenissen – naar onze mening ook voor organisaties die buiten de klassieke hoog-risicoberoepen vallen.
Klik hier om de nieuwe richtlijn te downloaden.
Benieuwd hoe u de richtlijnen kunt vertalen naar het beleid van uw eigen organisatie? Wij denken graag mee, bijvoorbeeld tijdens een opfrisdag van het collegiaal opvangteam van uw instelling. Klik hier om te informeren naar de mogelijkheden.